Twee keer 5% voor een veilige toekomst 

Als we 5% van ons BNP kunnen investeren in defensie, waarom dan niet óók in natuurherstel, klimaat en biodiversiteit? 

Nederland heeft besloten, samen met alle andere NAVO-lidstaten, om 5% van het bruto nationaal product te reserveren voor defensie. Een historisch besluit, ingegeven door geopolitieke spanningen en de noodzaak om onze veiligheid te waarborgen. Maar veiligheid is meer dan militaire paraatheid. Sterker, wat als we óók 5% van het BNP investeren in preventie: in het herstellen van ecosystemen, het tegengaan van klimaatverandering en het versterken van biodiversiteit en natuurherstel? Dan versterken we onze leefomgeving, beschikbaarheid van voedsel en van hernieuwbare grondstoffen en kunnen werken we aan een toekomstbestendige wereld. 

De grootste bedreigingen van de 21e eeuw komen niet alleen van buitenaf, maar ook van binnenuit: droogte, overstromingen, voedselonzekerheid en verlies aan leefbaarheid. Door nu grootschalig te investeren in een veerkrachtige, groene infrastructuur bouwen we aan een duurzame vorm van veiligheid, één die generaties overstijgt.

Duurzaamheid is de nieuwe valuta 

2030 lijkt misschien nog ver weg, maar de spelregels voor investeren veranderen nú. In de toekomst stroomt het geld niet naar de goedkoopste aanbieder, maar naar de meest duurzame. Dankzij nieuwe regels zoals de Europese taxonomie en de aangescherpte CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) wordt duurzaamheid meetbaar, vergelijkbaar en (bovenal) doorslaggevend. 

Vanaf 2025 zijn grote ondernemingen verplicht om te rapporteren over hun milieu-, sociale en governance-prestaties. De nadruk ligt op dubbele materialiteit: bedrijven moeten laten zien hoe zij invloed uitoefenen op mens en milieu én hoe duurzaamheidsrisico’s hun bedrijfsvoering beïnvloeden. Tegelijkertijd wordt de regelgeving vereenvoudigingd via het Omnibus-pakket, dat de rapportagelast verlicht en de focus legt op de grootste bedrijven. 

CO₂-intensieve materialen worden onbetaalbaar en daarmee oninteressant. Bedrijven moeten straks laten zien welke impact ze maken, niet alleen binnen hun eigen muren, maar ook in de hele keten. Geen mooie praatjes meer, maar harde cijfers. En juist dát opent de deur naar grote kansen voor de energietransitie. 

Kapitaal zoekt klimaatimpact 

Neem bijvoorbeeld de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Pensioenfondsen en banken, samen goed voor honderden miljarden aan investeringsvermogen, willen steeds vaker alleen nog projecten financieren die écht bijdragen aan de klimaatdoelen. Nieuwbouw moet Paris Proof zijn, materialen circulair, productieprocessen CO₂-arm. Kun je dat aantonen? Dan staat het kapitaal voor je klaar. Zo niet, dan sta je buitenspel. 

Maar er zijn ook risico’s. De eerder aangekondigde huurprijsbevriezing voor woningcorporaties in 2025 en 2026, inmiddels weer ingetrokken, liet zien hoe kwetsbaar de investeringscapaciteit van deze sector is. De tijdelijke maatregel zou hebben geleid tot een verlies van maar liefst €49 miljard aan investeringsruimte over tien jaar. Daarmee zouden plannen voor nieuwbouw en verduurzaming van honderdduizenden woningen op de tocht komen te staan. Hoewel de maatregel uiteindelijk niet doorging, onderstreept het hoe belangrijk stabiel beleid en betrouwbare inkomsten zijn voor het realiseren van duurzame ambities. 

Ook belastingmaatregelen, zoals het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) en hogere kosten voor CO₂-uitstoot bij import, sturen het geld richting duurzame alternatieven. Lokaal, groen en transparant winnen terrein. 

De publieke sector als aanjager 

En laten we de publieke sector niet vergeten. Gemeenten staan voor een gigantische verduurzamingsopgave: scholen, sporthallen, woningbouw. Ook hier wordt duurzame rapportage straks de sleutel tot financiering. De CSRD verplicht overheden en bedrijven om straks hun duurzaamheidsdata digitaal te rapporterenmet behulp van XBRL-taxonomieën, zodat transparantie en vergelijkbaarheid gewaarborgd zijn. 

Tijd voor een tweede 5% 

Kortom: wie nú investeert in betrouwbare duurzaamheidsdata, slimme ketens en klimaatpositieve projecten, plukt daar tot 2030 de vruchten van – in de vorm van een groter marktaandeel én een positieve klimaatimpact. Duurzaamheid is niet langer alleen een goed verhaal, het is pure business. 

Als we 5% van ons BNP kunnen investeren in militaire veiligheid, dan kunnen we dat óók in ecologische veiligheid. Niet óf-óf, maar én-én. Want een leefbare planeet is de beste verzekering voor vrede. 

De grote vraag: durven we het aan?